Welk land in Europa is het goedkoopst om te wonen?

Steeds meer mensen verhuizen naar landen waar het leven minder kost. De hoge prijzen in West-Europa maken dat veel huishoudens naar alternatieven kijken. De vraag “welk land in Europa is het goedkoopst om te wonen?” speelt bij studenten, jonge gezinnen en ook bij gepensioneerden. Het gaat niet alleen om huur of koopprijzen van woningen. Ook kosten voor boodschappen, openbaar vervoer en gezondheidszorg spelen een rol. Wie naar een goedkoper land verhuist, zoekt vaak naar een betere balans tussen inkomen en levenskwaliteit. Hoe verhouden de kosten zich per land? De verschillen binnen Europa zijn groot. In landen als Zwitserland en Noorwegen liggen de uitgaven extreem hoog. In Oost- en Zuid-Europa liggen de prijzen veel lager. Een maaltijd in Bulgarije kost vaak minder dan de helft van wat je in Nederland betaalt. In Roemenië betaal je voor een maand huur in de hoofdstad soms minder dan voor een kamer in Amsterdam. Ook in Hongarije zijn basisproducten in de supermarkt aanzienlijk goedkoper. Het prijsniveau in deze landen trekt expats en digitale nomaden aan die hun inkomen online verdienen maar lokaal veel minder uitgeven. Bulgarije als goedkoopste optie Bulgarije staat vaak bovenaan lijstjes wanneer het gaat over betaalbaar wonen in Europa. De huurprijzen in steden als Sofia of Plovdiv zijn laag vergeleken met West-Europa. Een appartement in het centrum kost daar vaak minder dan een kleine studio in Brussel of Parijs. Ook nutsvoorzieningen zoals elektriciteit, water en internet zijn goedkoop. Voor dagelijkse boodschappen geldt hetzelfde. Lokale markten bieden verse groenten en fruit tegen prijzen die in Noord-Europa ondenkbaar zijn. Gezondheidszorg is toegankelijk en basisverzekeringen kosten een fractie van de premies die men in Nederland betaalt. Hoe aantrekkelijk is Roemenië? Roemenië trekt steeds meer internationale bewoners. Boekarest combineert een lage huur met een groeiende arbeidsmarkt. Voor wie op afstand werkt, is dit land bijzonder interessant. Het prijsniveau blijft laag terwijl de infrastructuur moderniseert. Restaurants bieden driegangenmenu’s aan voor bedragen die in West-Europa niet eens de prijs van een hoofdgerecht halen. Ook het openbaar vervoer is efficiënt en goedkoop. Voor studenten betekent dit dat zij tegen relatief lage kosten in een dynamische stad kunnen wonen en studeren. Hongarije de perfecte balans? Hongarije heeft een unieke positie. Boedapest biedt een bruisend cultureel leven en tegelijkertijd lage vaste lasten. Huurprijzen zijn betaalbaar en de kwaliteit van woningen is vaak hoog. Voor digitale nomaden is het internet snel en betrouwbaar. Supermarkten bieden zowel lokale als internationale producten voor lage prijzen. De levendige cafécultuur maakt het leven aantrekkelijk zonder dat het duur wordt. Ook energiekosten en openbaar vervoer zijn gunstig geprijsd, waardoor maandelijkse uitgaven overzichtelijk blijven. In welke kleine landen liggen de kosten laag? Naast de bekende voorbeelden zijn er kleinere landen waar de kosten laag liggen. Albanië is hier een goed voorbeeld van. De stranden aan de Adriatische kust trekken toeristen, maar voor vaste bewoners zijn de prijzen laag. Een appartement in Tirana is betaalbaar en de lokale keuken is goedkoop en voedzaam. Ook Servië en Noord-Macedonië bieden een aantrekkelijk prijsniveau. Hoewel deze landen minder vaak genoemd worden, zien steeds meer mensen de voordelen van wonen in een minder bekend maar goedkoop land. Welke factoren maken een land echt goedkoop? De vraag “wat maakt een land goedkoop om in te wonen?” is breder dan alleen huur. Belastingdruk, energieprijzen, gezondheidszorg en transport beïnvloeden de totale kosten. In Bulgarije en Roemenië liggen niet alleen de huurprijzen lager, maar ook de kosten voor nutsvoorzieningen en verzekeringen. In Hongarije en Albanië spelen vooral lage kosten voor levensonderhoud een grote rol. Een lage belastingdruk kan extra aantrekkelijk zijn voor ondernemers die online werken. Wie deze factoren samen bekijkt, ziet dat Oost- en Zuidoost-Europa de meest betaalbare keuzes bieden. Is goedkoop wonen ook duurzaam? Een veelgestelde vraag is of lage kosten samengaan met kwaliteit van leven. In landen als Bulgarije en Roemenië ervaren bewoners dat dagelijkse uitgaven laag zijn, maar dat er ook voldoende voorzieningen zijn. Universiteiten trekken internationale studenten en zorginstellingen bieden basiszorg tegen lage prijzen. Voor lange termijn verhuizing is dit belangrijk. Wie met kinderen verhuist, kijkt naar scholen en veiligheid. Wie met pensioen gaat, kijkt naar zorg en rust. Goedkoop wonen betekent in deze context dat er genoeg overblijft om een comfortabel leven te leiden. Hoe beïnvloedt dit de keuze van expats en studenten? Expats en studenten letten scherp op woonlasten. Studenten willen studeren in een Europese hoofdstad zonder hoge schulden. Expats zoeken een balans tussen carrière en lage vaste lasten. Voor beide groepen bieden landen in Oost- en Zuid-Europa een aantrekkelijke mix. De lage kosten maken het mogelijk om te sparen of meer te reizen. Bovendien creëren internationale gemeenschappen in steden als Boedapest en Boekarest een omgeving waar nieuwkomers zich snel thuis voelen. Meer weten? Blijf mijn blogs dan zeker bekijken. Op moederlisa.nl vertel ik alles over wonen, duurzaamheid en lifestyle.

Waar kun je nog goedkoop wonen?

De vraag waar je nog goedkoop kunt wonen leeft bij steeds meer mensen. Stijgende huizenprijzen en hoge huren zetten druk op starters, jonge gezinnen en alleenstaanden. Toch bestaan er nog plekken in Nederland waar de woonlasten lager liggen en waar ruimte is voor een betaalbaar huis of appartement. Wie slim kijkt naar locatie, voorzieningen en toekomstige ontwikkelingen vindt verrassende mogelijkheden. Waarom verschillen prijzen zo sterk per regio? Huizenprijzen zijn niet overal gelijk. De grote steden trekken veel werk en studenten aan, waardoor de vraag naar woningen daar hoog blijft. In dorpen en kleinere steden ligt die druk lager. De afstand tot economische centra speelt mee, net als bereikbaarheid met trein en bus. Ook het imago van een regio heeft invloed. Een provincie die bekendstaat om rust en natuur trekt vaak andere kopers dan een stad met bruisend nachtleven. Goedkoop wonen buiten de Randstad Veel mensen vragen zich af: moet ik de Randstad verlaten om een betaalbaar huis te vinden. Het antwoord ligt vaak bij de grensregio’s. In Drenthe, Groningen en Zeeland liggen de prijzen aanzienlijk lager dan in Utrecht of Haarlem. Dorpen rondom Emmen of Delfzijl bieden ruime huizen met tuin voor bedragen die in de Randstad niet eens een klein appartement opleveren. Ook in Zeeland vind je nog dorpen waar je dicht bij zee woont tegen een fractie van de prijs in Zandvoort. Wat betekent goedkoop in de praktijk? Goedkoop wonen betekent niet altijd dat je een huis voor een habbekrats koopt. Het gaat ook om maandlasten. Een oudere woning heeft misschien een lage koopprijs maar vraagt meer onderhoud en energie. Een nieuwbouwwoning met goede isolatie kost bij aankoop meer maar bespaart op gas en elektriciteit. Bij huren speelt hetzelfde: een lage huurprijs in een slecht geïsoleerd pand kan uiteindelijk duurder uitvallen dan een iets hogere huur in een zuinig gebouw. Welke steden bieden nog kansen? Steeds meer mensen zoeken gericht naar middelgrote steden waar de prijzen nog redelijk zijn. Denk aan steden als Leeuwarden, Heerlen en Apeldoorn. Daar is vaak een goede combinatie van werkgelegenheid, winkels en betaalbare wijken. Ook steden in de Achterhoek zoals Doetinchem trekken aandacht. Ze hebben een historische binnenstad, voldoende scholen en sportclubs, en toch blijven de prijzen gematigd. Hoe belangrijk is bereikbaarheid? Een veelgestelde vraag is of je niet te afgelegen woont in een goedkopere regio. Bereikbaarheid is inderdaad cruciaal. Een dorp zonder treinstation voelt al snel geïsoleerd. Steden met snelle treinverbindingen naar Utrecht, Amsterdam of Eindhoven bieden een beter perspectief. Zo geldt Zwolle als aantrekkelijke optie: goed bereikbaar, betaalbaarder dan de Randstad en volop groei. Ook Almelo en Deventer profiteren van hun ligging aan spoorlijnen. Wat zijn de valkuilen bij goedkoop wonen? Een lage prijs kan verleiden, maar het vraagt om scherp kijken. Hoe staat het met de voorzieningen. Is er een huisarts, een school en een supermarkt in de buurt. Hoeveel tijd kost het om naar werk of studie te reizen. In sommige dorpen zijn buslijnen de afgelopen jaren verdwenen. Ook leegstand is een signaal om op te letten. Een huis is goedkoop, maar de waarde stijgt mogelijk minder snel dan in een groeiende stad. Waarom investeren in de regio aantrekkelijk is Mensen die de stap naar een goedkopere regio zetten, merken vaak dat hun woonkwaliteit stijgt. Een groter huis, een tuin en meer groen om je heen geven rust. Voor gezinnen betekent dit meer ruimte voor kinderen om te spelen. Voor starters biedt het een kans om vermogen op te bouwen in plaats van hoge huur te betalen. Wie vooruitkijkt, ziet dat gemeenten in deze regio’s vaak investeren in nieuwe bedrijventerreinen en betere infrastructuur. Dat versterkt de waardeontwikkeling op de lange termijn. Is wonen aan de grens goedkoper? Wonen dicht bij de grens wint aan populariteit. In plaatsen als Enschede of Venlo ligt Duitsland vlakbij. Dat opent mogelijkheden voor boodschappen, tanken en werk. De huizenprijzen liggen vaak lager dan in vergelijkbare steden verder landinwaarts. Ook in Zeeuws Vlaanderen speelt dit: België ligt op fietsafstand en dat vergroot de aantrekkingskracht. Hoe combineer je betaalbaarheid met toekomstwaarde? De ideale plek om goedkoop te wonen combineert lage lasten met groeipotentie. Let op plannen van gemeenten en provincies. Wordt er geïnvesteerd in een nieuw station of een grote fabriek. Dat trekt banen en bewoners. Zo’n ontwikkeling tilt de waarde van woningen mee omhoog. Wie nu koopt of huurt op zo’n plek, profiteert van lage instapprijzen en stijgende vraag in de toekomst. Is verhuizen naar een goedkope regio de moeite waard? De vraag blijft: is het slim om voor lage prijzen je vertrouwde omgeving te verlaten. Voor veel mensen is het antwoord ja. Goedkopere regio’s bieden meer woongenot, lagere stress door woonlasten en ruimte om te leven. Het vraagt aanpassing, maar veel mensen ontdekken juist nieuwe kansen. Sociale contacten bouw je opnieuw op, werk vind je steeds vaker ook op afstand. Zo groeit de vrijheid om je woonplek echt af te stemmen op je wensen. Meer weten? Blijf mijn blogs dan zeker bekijken. Op moederlisa.nl vertel ik alles over wonen, duurzaamheid en lifestyle.

Waar mag je permanent wonen in een tiny house?

Steeds meer mensen willen een tiny house niet alleen gebruiken als tijdelijk verblijf, maar echt als vaste woning. Toch blijft de vraag waar je permanent mag wonen in een tiny house complex. Gemeenten verschillen sterk in hun aanpak. Sommige steden hebben inmiddels vaste woonprojecten, andere staan pas aan het begin. Wie serieus zoekt, ontdekt dat de mogelijkheden groeien, maar ook dat duidelijke regels en concrete voorbeelden belangrijk zijn om een goede keuze te maken. Welke gemeenten staan tiny houses officieel toe? Er zijn al verschillende gemeenten waar je tiny houses permanent mag bewonen. In Almere Oosterwold zijn meerdere kavels speciaal ingericht voor kleine woningen. Hier geldt een woonbestemming, waardoor bewoners zekerheid hebben. Harderwijk heeft in het wijkdeel Frankrijk tiny houses toegestaan met een officiële vergunning. Ook in Groningen, Leeuwarden en Nieuwegein bestaan projecten waar bewoners een tiny house permanent als hoofdadres gebruiken. Het gaat vaak om kleine aantallen, maar de trend is duidelijk: steeds meer gemeenten maken ruimte. Mag je een tiny house neerzetten op eigen grond? Een tiny house op eigen grond plaatsen mag in principe alleen als de bestemming wonen is. Koop je een kavel in een nieuwbouwproject of binnen een woonwijk, dan geeft de gemeente vaak groen licht zolang het huis voldoet aan het Bouwbesluit. Je huis moet dus voldoen aan eisen voor veiligheid, isolatie en brandveiligheid. Klein wonen ontslaat je niet van die regels. Dit maakt het soms lastig, want een tiny house moet stevig genoeg zijn om als volwaardige woning te tellen. Toch zijn er voorbeelden. In Lelystad zijn particuliere kavels beschikbaar waar bewoners hun eigen tiny house legaal hebben gebouwd. Hoe zit het met recreatiegrond? Een veelgestelde vraag is of je permanent mag wonen in een tiny house op recreatiegrond. Het korte antwoord: meestal niet. Recreatieparken en campings hebben een bestemming voor tijdelijk verblijf. Gemeenten controleren hier actief op, omdat permanente bewoning in strijd is met het bestemmingsplan. Er zijn wel uitzonderingen. In de gemeente Noordwijk is een vakantiepark omgezet naar een woonbestemming, waardoor bewoners legaal konden blijven. Zulke trajecten duren vaak jaren en vereisen politieke steun. Wie een tiny house wil plaatsen, doet er dus goed aan recreatiegrond te mijden als hij zekerheid zoekt. Hoe belangrijk zijn tijdelijke experimenten? Veel gemeenten starten met tijdelijke vergunningen. Ze geven toestemming voor vijf of tien jaar, zodat bewoners ervaring opdoen en de gemeente kan zien hoe het uitpakt. In Delft en Nijmegen bestaan zulke proeflocaties. Bewoners wonen er officieel, betalen belasting en hebben aansluiting op voorzieningen. Het nadeel is dat de vergunning eindig is. Na afloop moet de gemeente beslissen of de plek definitief wordt of stopt. Voor wie zekerheid wil over permanente bewoning, is dit dus minder ideaal, al levert het wel kansen op korte termijn. Welke rol spelen nutsvoorzieningen? Een tiny house zonder aansluiting op water, elektra en riolering heeft weinig kans op een permanente woonstatus. Gemeenten geven meestal pas toestemming als de basisvoorzieningen goed geregeld zijn. Offgrid wonen klinkt aantrekkelijk, maar voor officiële bewoning kijkt de overheid vooral naar praktische zekerheid. In projecten in Harderwijk en Nieuwegein zijn de huizen daarom aangesloten op reguliere netwerken. Dit verhoogt de kans dat een tiny house als volwaardige woning erkend wordt. Wie zelf een plan indient, doet er goed aan dit meteen duidelijk te regelen. Is erfpacht een oplossing? Niet iedereen kan een stuk grond kopen. Daarom werken veel gemeenten met erfpacht. In Zwolle loopt een project waarbij bewoners een tiny house neerzetten op grond die zij huren van de gemeente voor dertig jaar. Dit geeft stabiliteit zonder hoge koopprijs. Voor gemeenten is het aantrekkelijk, omdat ze flexibel blijven in toekomstig gebruik van de grond. Voor bewoners betekent het zekerheid dat ze hun huis als hoofdadres mogen inschrijven. Hoe verschillen gemeenten in beleid? De verschillen zijn groot. Amsterdam heeft nog maar enkele kleine proefprojecten, terwijl Almere tientallen kavels beschikbaar stelt. In Brabant zijn meerdere dorpen bezig met kleinschalige clusters van tiny houses, vaak met steun van lokale energiecoöperaties. Friesland stimuleert tiny houses vooral in krimpgebieden, waar lege kavels beschikbaar komen. Wie een tiny house wil, doet er goed aan breder te kijken dan de eigen gemeente. Vaak is de kans groter net over de grens, in een buurgemeente die actiever inzet op dit type woningen. Kan je een tiny house legaal op landbouwgrond zetten? Landbouwgrond heeft in de regel geen woonbestemming. Permanent wonen is er dus niet toegestaan. Toch ontstaan er uitzonderingen. In Drenthe en Gelderland hebben enkele gemeenten agrarische kavels omgezet naar woonbestemming om kleine huisjes toe te laten. Dit vraagt altijd een wijziging van het bestemmingsplan, een traject dat vaak lang duurt. Het initiatief moet goed onderbouwd zijn en vaak speelt duurzaamheid een doorslaggevende rol. Een tiny house dat energie opwekt met zonnepanelen en weinig ruimte vraagt, maakt meer kans dan een plan zonder duidelijke meerwaarde. Welke toekomst ligt er voor tiny houses? De verwachting is dat tiny houses steeds vaker een officiële plek krijgen binnen de woningmarkt. De druk op betaalbare woningen blijft groot, waardoor gemeenten meer experimenten starten. In 2025 staan er al in meer dan vijftig gemeenten legale tiny house projecten met permanente bewoning. Nieuwe bouwprojecten reserveren soms kavels speciaal voor kleine huizen. Ook provincies dringen bij gemeenten aan op meer ruimte. De komende jaren groeit het aantal plekken waar je je tiny house echt als hoofdadres mag gebruiken dus gestaag. Hoe vergroot je zelf de kans? Wie serieus wil wonen in een tiny house doet er goed aan een plan concreet te maken. Zoek gemeenten die al openstaan voor kleine woningen, zoals Almere, Harderwijk of Groningen. Presenteer een ontwerp dat voldoet aan het Bouwbesluit, toon aan dat de nutsvoorzieningen geregeld zijn en zoek contact met andere geïnteresseerden. Groepsprojecten hebben meer gewicht en overtuigen een gemeente sneller. Wie zich goed voorbereidt en de juiste plek kiest, maakt de kans groot dat een tiny house geen tijdelijk project blijft maar een echt thuis. Meer weten? Blijf mijn blogs dan zeker bekijken. Op moederlisa.nl vertel ik alles over wonen, duurzaamheid en lifestyle.

Hoeveel spaargeld heb je nodig om op jezelf te wonen?

Op jezelf gaan wonen is een grote stap. De vraag hoeveel spaargeld je daarvoor nodig hebt, lijkt eenvoudig, maar het antwoord hangt af van veel factoren. Denk aan de huur of koopprijs van je woning, de hoogte van je inkomen, je vaste lasten en de buffer die je achter de hand houdt. Wie te snel verhuist zonder voldoende spaargeld, loopt het risico in financiële problemen te raken. Een zorgvuldige voorbereiding maakt het verschil tussen een ontspannen start en een stressvolle situatie. Hoe hoog zijn de vaste kosten als je alleen woont? De grootste hap uit je budget gaat naar wonen. In Nederland ligt de gemiddelde huur voor een appartement rond de 1000 euro per maand, afhankelijk van de stad en de oppervlakte. In dure steden zoals Amsterdam of Utrecht betaal je vaak meer. Daarbovenop komen vaste lasten zoals energie, water, internet en gemeentelijke belastingen. Deze bedragen al snel 250 tot 400 euro per maand. Voeg daar boodschappen, zorgverzekering en vervoer aan toe, en je komt gemiddeld uit op een totaal van 1600 tot 2000 euro per maand. Dit bedrag geeft een eerste beeld van wat je maandelijks nodig hebt. Hoeveel spaargeld heb je vooraf nodig? Wie een woning huurt, moet rekening houden met een waarborgsom. Vaak is dit één of twee maanden huur. Stel dat je een appartement van 1100 euro huurt, dan moet je bij het tekenen van het contract direct 2200 euro op tafel leggen. Daar komen de eerste kosten bij voor meubels, verf, gordijnen en vloer. Het Nibud rekent dat je hiervoor tussen de 8000 en 13.000 euro kwijt bent, afhankelijk van de keuzes die je maakt. Je kunt besparen door tweedehands meubels te kopen of te starten met het hoognodige, maar een basisinrichting vraagt altijd een flink bedrag. Wat als je een huis wilt kopen? Wie een huis koopt, heeft meer spaargeld nodig. De overheid staat toe dat je maximaal 100 procent van de koopsom leent. Toch heb je altijd extra eigen geld nodig voor bijkomende kosten, zoals overdrachtsbelasting en notariskosten. Dit bedrag ligt tussen de 10.000 en 15.000 euro. Veel kopers kiezen ervoor om nog meer eigen vermogen in te leggen. Daarmee verlaag je de hypotheek en dalen je maandlasten. Stel dat je 100.000 euro spaargeld hebt en dit inlegt bij de aankoop, dan bespaar je duizenden euro’s aan rente. Zeker nu de spaarrente laag is en je belasting betaalt over je vermogen, is dat financieel aantrekkelijk. Hoeveel geld heb je nodig als financiële buffer? Een buffer is onmisbaar. Als je wasmachine stukgaat of je tijdelijk zonder werk zit, wil je niet afhankelijk zijn van een lening. Financiële planners adviseren om drie tot zes maanden vaste lasten apart te zetten. Woon je alleen en zijn je maandelijkse kosten 1800 euro, dan is een buffer van 5400 tot 10.800 euro verstandig. Voor starters is dit vaak een uitdaging, maar zonder buffer wordt elke tegenslag een groot probleem. Vooral wie net zelfstandig woont, merkt hoe kwetsbaar je bent zonder extra spaargeld. Is het financieel moeilijk om alleen te wonen? Veel jongeren en starters vragen zich af of het financieel moeilijk is om alleen te wonen. Het antwoord hangt sterk af van je inkomen. Met een modaal salaris red je het vaak, maar er blijft weinig ruimte over voor luxe of onverwachte kosten. Samenwonen is goedkoper, omdat je de huur en vaste lasten deelt. Toch kiezen veel mensen bewust voor zelfstandigheid, ook al betekent dit dat ze minder te besteden hebben. Het gaat dan om vrijheid en zelfstandigheid, niet alleen om geld. Hoeveel moet je sparen per maand? Wie vooruit wil plannen, zet elke maand een deel van het inkomen opzij. Een veelgebruikte regel is de 50-30-20 regel: de helft van je inkomen gaat naar vaste lasten, 30 procent naar persoonlijke uitgaven en 20 procent naar sparen. Verdien je netto 2500 euro per maand, dan leg je dus 500 euro opzij. Daarmee bouw je een buffer op, maar ook spaargeld voor toekomstige doelen, zoals een koopwoning. Veel Nederlanders halen dit niet, maar elke stap telt. Zelfs 200 euro per maand maakt op de lange termijn een groot verschil. Hoeveel geld voor inrichting en eerste aankopen? Een woning voelt pas als een thuis wanneer je de juiste spullen hebt. Denk aan een bed, bank, tafel, stoelen, koelkast en wasmachine. De gemiddelde starter besteedt hier duizenden euro’s aan. Sommige mensen kiezen voor een complete set bij een meubelzaak, anderen gaan creatief om met marktplaats en kringloopwinkels. Wie slim winkelt, kan voor 5000 euro een basisinrichting neerzetten. Wie voor design en luxe gaat, betaalt gemakkelijk het dubbele. Vergeet ook niet de kleinere aankopen zoals keukengerei, handdoeken en schoonmaakmiddelen. Juist die optelsom maakt het bedrag hoger dan veel starters verwachten. Hoeveel spaargeld hebben andere huishoudens? Het helpt om je eigen situatie te vergelijken met gemiddelden. In 2024 had een Nederlands huishouden gemiddeld 58.000 euro spaargeld. Dit gemiddelde ligt hoger dan wat veel starters hebben, omdat oudere huishoudens meer opgebouwd vermogen hebben. Slechts een klein deel van de bevolking beschikt over 200.000 euro of meer. Wie zoveel spaargeld bezit, bevindt zich in de hoogste categorie en heeft veel meer keuzemogelijkheden. Toch hoef je niet zoveel te hebben om zelfstandig te starten. Met een paar duizend euro spaargeld, een stabiel inkomen en een buffer plan je een realistische stap. Hoeveel heb je echt nodig om te starten? De minimale grens verschilt per situatie. Voor een huurwoning is 10.000 euro vaak voldoende om te starten, mits je inkomen hoog genoeg is om de maandlasten te dragen. Voor een koopwoning ligt de grens hoger, minimaal 15.000 euro plus een buffer. Wie veilig wil starten, spaart eerder 20.000 tot 25.000 euro. Dat geeft ruimte voor de eerste kosten, een basisinrichting en een reservepotje. Daarmee begin je niet alleen met een dak boven je hoofd, maar ook met financiële rust. Meer weten? Blijf mijn blogs dan zeker bekijken. Op moederlisa.nl vertel ik alles over wonen, duurzaamheid en lifestyle.